Doneer nu!Word vriend

Nieuwsbrief 01/2018 KiECON in de praktijk

Vaak krijgen wij de vraag welk verschil KiECON kan maken. Dit leggen wij graag uit aan de hand van een praktijksituatie, waarbij een kind met een hulpvraag wordt aangemeld bij KiECON.

Casus:

Een meisje van 6 jaar wordt aangemeld met gedragsproblemen binnen een jeugdzorgorganisatie. Het meisje is thuis vaak heel boos en slaat haar moeder. Het meisje doet groep 1 voor de tweede keer in de hoop dat ze op school niet meer zo op haar tenen hoeft te lopen. Toch blijven de gedragsproblemen thuis bestaan en gaat het, ondanks de doublure, op school ook niet goed.

Dit meisje blijkt al langer in beeld te zijn bij verschillende organisaties. In de figuur hieronder ziet u in rood de stappen die daadwerkelijk zijn gevolgd. Het meisje gaat op zesjarige leeftijd opnieuw een diagnostisch traject in. In groen de stappen die met inzet van KiECON zouden zijn gezet, waarbij het meisje op vierjarige leeftijd in de juiste schoolomgeving zit.

In onderstaande tabel een inhoudelijke beschrijving van de gevolgde reguliere weg met daarnaast een veronderstelling van het verloop als KiECON eerder was ingezet.

De gevolgde reguliere weg KiECON-traject
Vanaf zeer jonge leeftijd slaapt dit meisje niet goed. Ouders vertellen dat zij uren met haar op de arm gelopen hebben toen zij baby was. Dit was een zware start voor de ouders waarbij zij zich onbewust steeds meer gingen aanpassen aan het meisje, zodat ze tevreden en rustig zou blijven. De problemen met slapen worden erger en het meisje gaat hoofdbonken. Dit wordt erger als ze naar de peuterspeelzaal gaat. Ze komt daarna vaak overprikkeld thuis waarna ze explodeert.


2 jaar

Op tweejarige leeftijd krijgt het meisje via de jeugdarts een verwijzing naar fysiotherapie en ergotherapie. Op de peuterspeelzaal wordt ze steeds sneller boos. De peuterspeelzaal wordt gestopt, omdat de leidsters aangeven dat het gedrag van dit meisje niet langer goed te begeleiden is. Ouders houden het meisje thuis, maar weten niet goed hoe het verder moet. De ouder-kind relatie komt nog meer onder druk te staan.


3 jaar

Op driejarige leeftijd krijgt het meisje van de huisarts een verwijzing naar kinder- en jeugdpsychiatrie.
Omdat ze niet wil meewerken aan de onderzoeken bij de kinder- en jeugdpsychiatrie kan er geen intelligentiebepaling gedaan worden en onderzoeken daar leiden uiteindelijk niet tot een diagnose. Videobegeleiding wordt ingezet en de therapieën worden gecontinueerd.


4 jaar

Op vierjarige leeftijd start het meisje  op een reguliere basisschool. Het meisje klaagt in groep 1 steeds meer over hoofdpijn. De huisarts verwijst haar naar de kinderarts. De kinderarts kan geen lichamelijke oorzaak vinden voor haar hoofdpijnklachten.  De zorgen nemen toe. De ontwikkeling op school stagneert. School overlegt met ouders dat het meisje een jaar blijft zitten. Haar leerprestaties stagneren echter en met de doublure laat ze geen inhaalslag zien. Ze wordt inmiddels gepest en gaat daardoor weer in haar broek plassen. Al haar frustratie lijkt er thuis uit te komen in woede-aanvallen en agressie.


6 jaar

Op zesjarige leeftijd verwijst de huisarts na overleg met de ouders opnieuw naar kinder- en  jeugdpsychiatrie. Tevens ook naar de kinderarts voor onderzoek naar aanhoudende slaapproblemen en vanwege familiaire belasting. Uit intelligentie-onderzoek blijkt ze beneden gemiddeld begaafd te zijn. In combinatie met haar slaapproblemen en thuissituatie is het voor haar erg moeilijk om aandacht te hebben voor alles wat er op school gedaan wordt. Door de instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie wordt een passende oplossing gezocht binnen een goed schoolomgeving.


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De gedragsproblemen op de peuterspeelzaal kunnen voor de huisarts of jeugdarts een aanleiding zijn om te verwijzen naar KiECON.

Er zijn op dat moment verschillende factoren die de ontwikkeling bij dit meisje complex maken. Er is hier sprake van een combinatie van slaapproblemen, systeem – en genetische factoren en pedagogische onmacht. De fysio – en ergotherapie hebben bij dit meisje na een half jaar bovendien niet het gewenste resultaat.


2 jaar

Op tweejarige leeftijd verwijst de jeugdarts het meisje naar KiECON.
KiECON zet direct in op gezamenlijke diagnostiek door verschillende instanties. Dat betekent dat er aandacht is voor de slaapproblemen en voor de systeemfactoren. Ook wordt een niveaubepaling gedaan om de capaciteiten van dit meisje in te kunnen schatten. Lukt dit niet middels een regulier intelligentie-onderzoek, dan wordt dit nader beschreven door observaties en aangepast materiaal door een organisatie met kennis van leerproblemen. Er zijn veel aanwijzingen dat er sprake is van problemen in de prikkelverwerking en daar wordt ook op ingestoken. Alles samengenomen ligt er dan na afsluiting van KiECON (na drie tot zes maanden) een integrale diagnose.  

De integrale diagnose is de basis voor het vervolg. Een aangepaste peuterspeelzaal omgeving is noodzakelijk. Hierdoor kan het meisje meedoen in de groep, maar met meer nabijheid van een volwassene. Ouders leren in de ouderbegeleiding bij een van de participerende KiECON-organisaties hoe ze het gedrag van hun dochter anders kunnen begrijpen. Ze voelen zich erkend, omdat ze weten wat er aan de hand is.


3,5 jaar

Omdat dit meisje in beeld blijft van de voorschool, kan er in samenspraak met het zorgteam of samenwerkingsverband tijdig een passend schooladvies gemaakt worden. Hierbij kan een herhaling van het intelligentie-onderzoek worden gedaan op 3,5 jarige leeftijd. Voordat dit meisje start op de kleuterschool is er dan ook in beeld wat ze nodig heeft. Hierdoor krijgt ze extra ondersteuning in de kleuterklas. De behandeling van de slaapproblemen geeft haar ook meer rust, waardoor haar frustratie en overprikkeling afnemen.


4 jaar 

Het meisje zit in de juiste schoolomgeving.


 

 

 

 

KiECON - Kinder Expertisecentrum Oost-Nederland - © 2024 Alle rechten zijn voorbehouden - Powered by Tatof
mst roessingh zgt accare aveleijn jarabee karakter kentalis