Tijdens het KiECON-traject kan het voorkomen, dat de door ons gegeven informatie niet helemaal helder is, omdat er moeilijke woorden worden gebruikt. Daarom hebben we voor u een alfabetische lijst opgesteld met de betekenis van woorden die u eventueel tegen kan komen binnen onze zorg. Maar schroom vooral niet om vragen te stellen wanneer iets onduidelijk is.
Woord | Verklaring |
---|---|
abdomen | buik |
ADD | Attention Deficit Disorder: aandachtstekort stoornis |
ADHD | Attention Deficit and Hyperactivity Disorder: aandachtstekort stoornis en overactief |
areflexie | als arts met hamertje je spierrefex slaat, is deze reflex niet op te wekken |
ASS | Autisme Spectrum Stoornis: problemen in het contact en afstemmen op anderen |
callusvorming | kalkvorming |
coeliakie | allergisch voor gluten (zit in graansoorten) |
cognitie | leervermogen |
contact initiatief | vanuit het kind wordt er contact gemaakt met anderen |
contracturen | gewrichten kunnen niet helemaal gestrekt (of gebogen ) worden. |
DCD | developmental coordination disorder: problemen in de motoriek en onhandigheid; kunnen sIaapproblemen bij voor komen en ook leerstoornissen bij horen zoals dyspraxie of ontwikkelingstoornissen als ADD en ADHD |
defaecatie | ontlasting |
digiti | vingers of tenen |
domeinen | onderdelen waar op gelet wordt, zoals communicatie, leermogelijkheden, bewegen, zelfstandigheid |
dysmorfe kenmerken | opvallend uiterlijke kenmerken |
dyspraxie | motorische onhandigheid waarbij je niet goed een plan kunt maken hoe je een handeling moet uitvoeren |
extremiteit | arm of been |
foetus | baby in de buik van de moeder |
gemelli | tweeling |
genetisch | erfelijk |
head lag | hoofd blijft achter bij optrekken vanuit rugligging |
hyperextensie | overstrekken van een gewricht, bijvoorbeeld elleboog, vinger of knie |
hyperlaxiteit | overbeweeglijke gewrichten en/of huid |
hypermobiliteit | overbeweeglijkheid van de gewrichten |
hyperreflexie | als de arts met hamertje je spierreflex slaat, is deze reflex heel sterk |
hypertonie | hoge spierspanning/stijf |
hypotonie | lage spier spanning/slap |
intra uterien | in de baaarmoeder |
lateralisatie | naar een kant (linkshandig of rechtshandig worden) |
leeftijdsadequaat | zoals het hoort bij deze leeftijd |
manipuleren | gebruik van handen |
maternaal | moederlijk |
mictie | plassen |
motore ontwikkeling | ontwikkeling van het bewegen (van baby tot bv kleuter) |
oedeem | vochtvasthoudend |
orthopedagoog | kinderpsycholoog die verstand heeft van de opvoeding en ontwikkeling van kinderen |
palpabel | te voelen |
pasteus | wat stevig aanvoelend |
pedes palno valgi | platvoeten |
peristaltiek | darmbeweging |
phimosis | vernauwing plasbuis |
preverbaal | voordat een kind gaat praten |
PTSS | Post Traumatisch Stress Syndroom: na iets meegmaakt te hebben erg last houden van bepaalde klachten |
pulmonaal | longen |
range of motion | bewegingsuitslag van een gewricht. (hoe ver kun je een gewricht buigen of strekken) |
rocker bottomfeet | erge platvoeten |
sectio | keizersnee |
sensitief | gevoelig |
sensorische integratie | samenwerken van de diverse zintuigen als horen, zien, voelen, evenwichtsorgaan |
somatiek | lichamelijk |
souffle | Ruisje |
stagnatie | stilstand in ontwikkeling |
tachycardie | snelle hartslag |
thorax | borst |
tonus | spierspanning |
TV zit | op de grond tussen je benen zitten |
tympanie | het geluid dat je hoort bij kloppen op de buik |